Ons zoontje heeft een tractor. Het is een plastic ding met trappers dat al tegen de twintig jaar oud moet zijn; hij was ooit van zijn oudste neef, daarna is ie naar het jongere neefje gegaan, en twee zomers geleden overhandigde het jongere neefje het ding aan Rein.
Die tractor is zijn liefste bezit. Als we ergens met hem naartoe willen, is zijn eerste vraag: ‘met de tractor?’ Dan volgt of een duidelijk antwoord (nee, dat kan niet) of een snelle berekening of de afstand niet te groot is en de tijd het toelaat.
Als die tijd het toelaat, gaan we achterom, door het gangetje langs de achtertuinen van de buren, en dat ding maakt dan een gigantische herrie — het harde kunststof van de wielen werkt als een drumstel in de klankkast van dat gangetje.
Afgelopen zondag ging ik met Rein op stap. Het regende, en we zouden met de trein gaan (het uitje was letterlijk ‘met de trein gaan’), dus de tractor bleef thuis.
We gingen van Tilburg naar Den Bosch. Ik had twee opties voor ‘m: een Bossche Bol of een ijsje. Hij wilde een ijsje, ook nadat ik de Bossche Bol uitvoerig had beschreven. Dus door een verregend Den Bosch liepen we van het station naar de ijsjeswinkel aan de Visstraat. Die ijsjeswinkel is een soort diepe portiek, en we waren de enige klanten, dus we aten onze ijsjes in die portiek.
We hadden allebei stracciatella — we maken er dan samen een sport van dat woord zo Italiaans mogelijk uit te spreken, met een handgebaar erbij: de toppen van de vingers bij elkaar gevouwen en naar boven wijzend, de hand lichtjes op en neer bewegend.
Ik zat op één knie in die portiek, de andere knie stak omhoog, en Rein zat op die knie. Ik gaf ‘m af en toe een kus achterop zijn kruin. Rein is bijna vier, en in die bijna vier jaar moet ik ‘m bijna vierduizend kussen op zijn kruin hebben gegeven.
Na het ijsje zochten we nog een overdekte plek om chocolademelk te drinken, en bij een koffietentje dronken we chocolademelk en we speelden op de tafel een verhaal met de autootjes die er in zijn meeneemtas zitten. Er was een strand en een bus die een klas kinderen niet op wilde halen dus de andere auto’s moesten in actie komen.
Toen we weer bij het station kwamen, zag ik dat we over een minuut een trein konden hebben, maar het uitje was ‘met de trein’, en daar horen roltrappen en liften op het station bij, dus ik liet die trein gaan.
Op de passage boven de sporen stond een foto-automaat, zo’n ding met een mottig gordijntje ervoor, en Rein wilde erin, en ik vond dat wel bij ons uitje passen. Met het gordijntje dicht poseerden we voor het apparaat dat drie foto’s maakte waar we uit konden kiezen, en Rein koos de minst goed gelukte.
Hij hield de uitgeprinte foto vast terwijl we een paar roltrappen en liften pakten. Van een wachtende conducteur kreeg hij een NS-stickervel, zo’n kleine verzameling stickertjes waar een sprinter, een dubbeldekker en een reiger bij zitten. Dat was te veel om vast te houden, dus ik kreeg foto en stickervel, en hij zei dat hij de foto op zijn tractor zou plakken.
O, zei ik, maar is het prikbord in de keuken of de binnenkant van je speelgoedkast geen betere plek?
Nee, zei hij, de foto moest op de tractor.
Toen kwam de trein — een sprinter, en dat was balen want op de heenweg was het een dubbeldekker geweest en had ie boven gezeten, nu had ie beneden willen zitten, maar hij klaagde er niet te lang over.
We zaten samen op een bankje, en er kwam een jong stel tegenover ons zitten. So cute, zei het meisje terwijl ze naar Rein keek.
Thuis moest ik de foto en het stickervel uit de tas halen. Hij plakte meteen wat stickers links en rechts (op het dressoir, op de kamerdeur), en tegen zijn moeder (mijn vrouw) zei hij dat hij de foto op zijn tractor wilde plakken.
Ik stelde nog een keer het prikbord of de binnenkant van zijn speelgoedkast voor, maar hij wilde de foto op zijn tractor. Maar dan wordt ie nat als we door de regen gaan, zei ik. Mijn vrouw stelde meteen voor de foto te lamineren. Mijn vrouw is juf, en juffen hebben lamineerapparaten.
Samen lamineerden ze de foto, en ik ging met hem naar de schuur om de foto op de tractor te plakken. Ja, zei ik tegen mijn vrouw, dat wilde hij meteen al.
Dus hij wilde een foto van hem met zijn vader op zijn liefste bezit, zei mijn vrouw.
Eh, ja, zei ik.
Toen Rein al in bed lag, moest ik wat pakken uit de schuur, en ik zag zijn tractor staan met die foto; we hadden ‘m met ducktape op de voorkant geplakt.
Een foto van hem met zijn vader op zijn liefste bezit.
Ik heb een tijdje staan huilen in de schuur.
Wat schrijf je toch prachtige verhalen over je zoon. Ik pink er elke keer weer een traantje bij weg.
Zo mooi. Top vehaal en ja als buurman kan ik beamen dat ik elle keer als Rein door het steegje rijdt dat hoor en dat is soms best vroeg maar ja. Rein is een topper. En zijn vader ook 🚜