Als schrijver van romans zijnde mag je natuurlijk van alles verzinnen, maar als je in een artikel dat gepubliceerd wordt in een landelijk dagblad iets vertelt dat niet (helemaal) waar is, moet je met de billen bloot.
In het stuk dat ik een jaar geleden over AI en literatuur schreef, zei ik:
De GPT die ik zelf heb ‘gebouwd’ (…) is een bot die het boek dat ik nu aan het schrijven ben op ritme controleert.
Hier de onthulling: het is me nooit gelukt die GPT te bouwen.
Toen ik die zin schreef, was ik er druk mee bezig, en ik heb een aantal versies gehad die bijna deden wat ik wilde, maar het was nooit precies wat ik nodig had.
‘Op ritme controleert’ is een beetje vaag — waar ik naar zocht was een manier om te zien hoe vaak terugkerende elementen daadwerkelijk terugkeerden in het verhaal, en dan aangegeven op een schematische manier die de chronologie van de letterlijke tekst respecteerde.
Dat bleek onmogelijk.
Of althans: ik kreeg het steeds net niet voor elkaar.
Wat er misging
Voor de AI-bazen out there die nu denken je zal het wel gewoon niet goed hebben gedaan, loser: tja. Ik kan een aardig potje prompt engineeren, maar het kwam er steeds op neer dat de volledige tekst van een roman-in-aanbouw te groot was voor de taalmodellen die snapten waar ze naar moesten kijken.
Hele stukken werden overgeslagen, en af en toe kwamen er gezellige hallucinaties langs omdat de AI in kwestie op dat moment zelf vond dat er nog iets miste aan het verhaal.
Let wel: ik ben hier tot een maand of tien geleden mee bezig geweest, daarna heb ik het (voorlopig) opgegeven, en met de huidige token windows zou de grootte van de tekst in ieder geval geen probleem meer moeten zijn.
Het was natuurlijk allemaal procrastinatie
Maar goed: het frutten aan zo’n tool is dus gewoon schrijfontwijkend gedrag.
Uiteindelijk ‘ontdekte’ ik niet zo lang geleden dat ik alweer ruim vier jaar bezig was met dit boek, terwijl het zeker geen Buwalda-eske baksteen wordt.
Als mensen me vroegen hoe ik dat doe, romans schrijven naast een baan, vertelde ik altijd dat ik drie of vier avonden per week ging zitten, met het woorden-tel-tooltje op een target van 1000, en als dat echt zo was, had ik nu een soort Lord of the Rings-trilogie klaar gehad.
(Ik heb wel meer geschreven dan er uiteindelijk in het boek gaat komen; er is een complete helft gesneuveld, ergens in 2023, waar ik vanuit een ander perspectief een deel van het verhaal vertelde.)
Bezig zijn met zo’n tool was gewoon een vorm van niet bezig willen zijn met het schrijven zelf. De hoe-te-schrijvenboeken staan er vol mee: 10% inspiratie, 90% transpiratie, zitvlees kweken, etcetera. Ik had met het schrijven van de vorige boeken allang een vorm gevonden waarmee ik bijhield welke elementen terugkeerden, maar AI was in dit geval gewoon een stuk speelgoed dat in de hoek stond te blinken terwijl ik eigenlijk hard aan het werk moest.
Wat ik voor dit boek wel heb gedaan met AI
Waar heb ik AI dan wel voor gebruikt?
Af en toe heb ik het boek door Claude (Sonnet 3.5) laten lezen als ik me afvroeg of een personage iets wel of niet zou doen of zeggen. Claude kwam met verrassend goede literaire inzichten, en kon echt als een motiverende redacteur werken.
Ik heb een klein coachje in elkaar gezet die ik een paar keer heb aanslingerd als ik merkte dat ik weer zat te procrastineren, een hele simpele, die met malle tips kwam om het schrijven weer aan te zetten, en die paar keer waren genoeg om te denken ‘wat zal mijn coach nu zeggen’ — maar de eerlijkheid gebiedt nu ook te zeggen dat ik óók last had van het vergeten dat ik die coach überhaupt had (iemand heeft vast al een naam aan dat verschijnsel gegeven).
Ik heb het onvolprezen (en volgens mij nog steeds veel te onbekende) NotebookLM gebruikt om (steeds de laatste versie van) mijn boek in te gooien en het vragen te stellen als ‘heeft Ron eigenlijk een telefoon’ en ‘kan je checken waar Ron aan zijn ex denkt’.
Het resultaat komt nog het dichtst bij die GPT die ik ooit wilde bouwen: je krijgt een overzicht van het gevraagde, met klikbare noten waaronder je eigen tekst gequote wordt.
Ik heb AI als hulpmiddel ingezet, dus, en, voor de duidelijkheid, ik heb het geen woord laten schrijven aan mijn roman. Ik zou daar niet per se tegen zijn: stel je voor dat je enorm aan het stoethaspelen bent met een zin en je vraagt Claude een keer om hulp om de woorden in de juiste volgorde te krijgen, dan zou ik me daar niet al te hard voor schamen.
Waar ik me wel voor schaam: opscheppen over iets dat me nooit is gelukt. Ik zal het niet meer doen.
Nice. Een sparringspartner 24/7 hebben is toch fijn.
Redigeren in de basis (met juiste prompts) is ook een goeie.
Als het niet kon had ik mijn biografie nooit af gekregen 😅
Ik volgde laatst de training Betere content schrijven met AI (oid) van de onvolprezen Merel Roze en Kim Pot en dat heeft me geïnspireerd om AI op allerlei manieren in te zetten om beter te schrijven, met de nadruk op beter.
Ben vooral blij met het sparren - Wat voor titel zal ik hierboven zetten? Hup 10 suggesties, ik gebruik er geen één, maar heb nu wel een goed idee - maar ook met de begeleiding. Ben nu een volledig contentplan aan het schrijven en ik zit aan één stuk door met Chat GPT te kletsen, te beginnen met een volledige opzet, ik laat voorstellen voor intro’tjes doen, doelstellingen uitwerken enz. En steeds vaker denk ik: wat een goed idee! Wel nadat ik een paar keer heb moeten zeggen: nee, nu ben je dingen aan het verzinnen. Als ik vraag om als uitgangspunt de doelstellingen te nemen, moet je niet met random doelstellingen van bedrijven overal ter wereld op de proppen komen.
Wat ik lastig vind is dat iedereen (ik dus ook) zich toch een beetje ongemakkelijk lijkt te voelen als je AI gebruikt. Maar waarom eigenlijk? Beter is toch gewoon beter? Wat maakt het uit welke hulpmiddelen je gebruikt? Ik geloof niet dat mijn vader (ook copywriter in een Mad Man-achtig tijdperk) zich nooit een seconde schuldig heeft gevoeld toen hij van de typemachine overstapte op de tekstverwerker, terwijl het zijn werk toch echt vele malen makkelijker en waarschijnlijk ook beter gemaakt moet hebben.